De rechter biedt
Duidelijkheid
Een uitspraak van de rechter laat zien dat regels echt gelden. Dat ze tot verplichtingen leiden, maar ook rechten geven. De rechter biedt duidelijkheid. Aan het individu én aan de samenleving.
Een uitspraak van de rechter laat zien dat regels echt gelden. Dat ze tot verplichtingen leiden, maar ook rechten geven. De rechter biedt duidelijkheid. Aan het individu én aan de samenleving.
Om onze rol in de samenleving te kunnen blijven vervullen, is goede en deskundige rechtspraak essentieel. Daarom proberen we dit op allerlei manieren te bevorderen.
In 2019 rondden wij het programma Organisatie van kennis af. Het programma, gericht op de verbetering van kennisdelingstructuren én van de kennisdelingscultuur binnen onze organisatie, leidde onder meer tot een digitale kennisomgeving voor de juridische professional.
Kennisdeling blijft belangrijk voor de Rechtspraak. Kwaliteitscoördinatoren en leidinggevenden spelen hierbij een belangrijke rol. Daarnaast werken lokale en landelijke professionals samen verder aan de ontwikkeling van een effectieve kennisstructuur. In juni 2019 werd door alle organisatieonderdelen voor het eerst een Kennis 10-daagse georganiseerd.
Een ander initiatief dat bijdraagt aan de kwaliteit van de Rechtspraak is de invoering van professionele standaarden. Dit zijn kwaliteitsnormen die door rechters en raadsheren zijn ontwikkeld om de inhoudelijke kwaliteit van hun werk te verankeren en te bevorderen. Ze laten zien wat goede rechtspraak is.
De gerechtshoven zijn in 2019 gestart met de ontwikkeling van een nieuwe professionele standaard over het schrijven van uitspraken. Hierin staan aanbevelingen om de taal van civiele uitspraken toegankelijker en begrijpelijker te maken.
De rechtbanken hebben vorig jaar verder uitgewerkt hoe de rechter regie kan voeren om de procedure efficiënter en sneller te maken.
Met strafrechters is de invulling van professionele standaarden in hun dagelijks werk besproken en zijn bij de verschillende gerechten best practices verzameld. Binnen de standaard over de bejegening van slachtoffers door rechters zijn landelijke uitgangspunten vastgesteld over de rol van het slachtoffer als spreekgerechtigde en benadeelde partij.
Voor bestuursrechters is een werkwijze ontwikkeld waardoor partijen van tevoren beter weten wat er op zitting gaat gebeuren, de zaak tijdens de zitting effectiever kan worden behandeld en tijdigheid van uitspraken wordt bevorderd. Ook doen bestuursrechters waar dat kan zoveel mogelijk mondeling uitspraak. Zo krijgen partijen al op zitting duidelijkheid en de rechter kan de uitspraak in minder juridische taal toelichten. Bestuursrechters komen periodiek bij elkaar om door middel van een professioneel gesprek samen te reflecteren op hun werk en de relatie ervan tot de samenleving. De Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State hebben gezamenlijk professionele standaarden ontwikkeld, die sinds 1 april 2019 gelden.
De kwaliteit van het rechtspreken is goed en het vertrouwen in onze organisatie is hoog. Maar de doorlooptijden en de voorspelbaarheid daarvan verdienen verbetering. Zo weten rechtzoekenden waar ze aan toe zijn.
Daarom ontwikkelden we in 2019 nieuwe standaarden voor doorlooptijden. Per zaaksoort is bepaald hoe lang een zaak mag duren. En binnen elke zaak is bepaald hoe lang een stap mag duren, bijvoorbeeld na hoeveel tijd een uitspraak volgt.
Het doel is om de standaarden binnen de periode 2020-2023 te bereiken. Hiervoor moeten bestaande achterstanden worden weggewerkt, iets waaraan de komende jaren veel aandacht wordt besteed.
De kwestie
In april 2016 beëindigt een verpleeghuisarts het leven van een demente vrouw. De vrouw heeft eerder een euthanasieverklaring ondertekend, maar het Openbaar Ministerie vindt het toch moord omdat de verpleeghuisarts haar leven heeft beëindigd zonder actueel verzoek.
De verpleeghuisarts heeft de actuele stervenswens van de demente patiënte niet geverifieerd en daarmee een belangrijke zorgvuldigheidseis overtreden. Daardoor is er geen sprake van gerechtvaardigde euthanasie maar van moord. Voor de rechtszekerheid voor artsen en patiënten is het van belang dat een juridische toets duidelijkheid over die zorgvuldigheidseis geeft. Het staat vast dat het euthanasieverzoek en de dementieclausules ondubbelzinnig waren over de wens tot euthanasie bij verpleeghuisopname. Maar een schriftelijke wilsverklaring moet geverifieerd worden zolang een wilsonbekwame patiënt nog in staat is om een concrete en coherente levens- of stervenswens kenbaar te maken. Omdat de dementerende vrouw op enig moment verklaringen heeft afgelegd waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat zij euthanasie te ver vond gaan, mocht de verpleeghuisarts niet overgaan tot euthanasie zonder nadere en consistente bevestiging van haar stervenswens.
Het Openbaar Ministerie is niet gerechtigd is om de zaak aanhangig te maken omdat ze de verpleeghuisarts willekeurig vervolgt. Artsen hebben in vergelijkbare situaties een verzoek tot levensbeëindiging ingewilligd, waarbij zij zeker niet zorgvuldiger handelden. De verpleeghuisarts is goed op de hoogte van de medisch-inhoudelijke aspecten én van de normen omtrent euthanasie. Nauwgezet heeft zij alle zorgvuldigheidseisen gevolgd. Zij heeft onderzoek gedaan naar het lijden, naar redelijke alternatieven en naar alle zorgvuldigheidseisen. Er was geen mondelinge verificatieplicht. Met een wilsonbekwame patiënte is niet meer coherent te communiceren en mondelinge verificatie is dan ook niet meer mogelijk. De wilsverklaring was uitgangspunt en die was wilsbekwaam opgesteld. Omdat de euthanasie volgens de zorgvuldigheidseisen is verleend, zou de verpleeghuisarts ontslagen moeten worden van alle rechtsvervolging.
Het Openbaar Ministerie kan de verpleeghuisarts wel vervolgen, maar het moet een hard gelag voor haar zijn dat zij wordt beschuldigd van moord terwijl zij volgens de officier van justitie heeft voldaan aan vrijwel alle zorgvuldigheidseisen. De beschuldiging van moord doet dan geen recht aan haar integere handelen. De verpleeghuisarts heeft het leven van de patiënte op haar uitdrukkelijk verlangen beëindigd door toediening van euthanatica. Zij heeft zich gehouden aan alle zorgvuldigheidseisen van de Euthanasiewet. Zij nam het medisch dossier door en sprak met de huisarts, echtgenoot en dochter. Ze overlegde met het behandelteam in het verpleeghuis, de psycholoog van de patiënte en met een consulent van de levenseindekliniek. Ze heeft ook 2 onafhankelijke artsen om hun oordeel gevraagd. De verpleeghuisarts hoefde de actuele stervenswens niet te verifiëren. De patiënte was volledig wilsonbekwaam. De verpleeghuisarts wordt ontslagen van alle rechtsvervolging.
In 2019 is hard gewerkt aan een adequate financiering van onze organisatie en gezonde financiën. De Raad voor de rechtspraak en het ministerie van Justitie en Veiligheid hebben op constructieve wijze overleg gevoerd om de financiële positie van de Rechtspraak weer op orde te brengen.
Op Prinsjesdag maakten zij bekend dat de begroting van de Rechtspraak wordt de komende 3 jaar met gemiddeld 95 miljoen euro per jaar verhoogd. Ook werd er overeenstemming bereikt over nieuwe zaakprijzen en een nieuwe bekostigingssystematiek die instroomschommelingen dempt. Met deze akkoorden is een belangrijke stap gezet op weg naar een adequate en toekomstbestendige financiering van de Rechtspraak.
De kwestie
Bezorgers die voor Deliveroo maaltijden bezorgen, zijn volgens de bezorgdienst zzp'ers en geen werknemers. Zij kunnen daarom geen aanspraak maken op een arbeidsovereenkomst bij het bedrijf. Bovendien valt Deliveroo niet onder de cao voor het beroepsgoederenvervoer. De vakbond FNV komt daartegen in het geweer en spant 2 zaken aan.
Deliveroo-bezorgers zijn volgens FNV geen zelfstandigen, maar schijnzelfstandigen. De FNV vertegenwoordigt weliswaar geen specifieke Deliveroo-bezorgers, maar heeft wel een zelfstandig belang om voor hen op te komen. Ze is daartoe op grond van haar statuten gerechtigd. Deliveroo nam in 2015 bezorgers op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst, maar begin 2018 moesten ze zzp’er worden om voor Deliveroo te kunnen blijven werken. De aard van het werk en de machtsverhoudingen veranderden niet. Dit betekent dat maaltijdbezorgers een arbeidsovereenkomst zouden moeten kunnen claimen. Door van de werknemers zzp’ers te maken, ontloopt Deliveroo zijn sociale verantwoordelijkheid. Door bezorgers als zzp’ers in te zetten, ontduikt Deliveroo ook de cao voor het beroepsgoederenvervoer.
De FNV is niet onmiddellijk bij de rechtsverhouding betrokken en niet-ontvankelijk, aldus Deliveroo. In deze zaak heeft de vakbond geen enkele bezorger als procespartij betrokken. De FNV heeft verzuimd concrete feiten en omstandigheden te stellen. Er zou per individu gekeken moet worden naar de rechten en plichten die bezorgers en Deliveroo bij het aangaan van de opdrachtovereenkomsten voor ogen stonden. Een voorbeeld zijn de PostNL-zaken. Iedere bezorger geeft ook een eigen invulling en uitvoering aan de overeenkomst van opdracht. Als de rechter tóch vindt dat de FNV mag optreden namens de bezorgers, dan moet hij weten dat in de opdrachtovereenkomst tussen Deliveroo en de bezorgers en de uitvoering daarvan geen sprake is van een gezagsverhouding. Omdat de bezorger zich kan laten vervangen, is er geen persoonlijke verplichting tot het verrichten van werk.
De FNV heeft een zelfstandig belang om op te komen voor de bezorgers van Deliveroo en de rechtbank acht FNV dan ook ontvankelijk. De verhouding tussen Deliveroo en de bezorgers is door de nieuwe contractvorm in 2018 niet wezenlijk veranderd. De afhankelijkheid van Deliveroo weegt nog steeds zwaarder dan de zelfstandigheid van de bezorger. De partnerovereenkomst is een standaardcontract en volledig en eenzijdig door Deliveroo opgesteld. Er is sprake van een gezagsverhouding tussen het bedrijf en de bezorgers. Ook is er weinig tot geen ruimte voor onderhandeling over het tarief. Niet alleen kan de verhouding tussen Deliveroo en de bezorgers worden gezien als een arbeidsovereenkomst, de bezorging van maaltijden moet ook worden gekwalificeerd als vervoer van goederen over de weg en valt daarmee onder de cao van die sector. Deliveroo moet die cao daarom met terugwerkende kracht naleven.
In 2019 zijn we gestart met een traject om rechtzoekenden en hun procesvertegenwoordigers in het civiele recht en het bestuursrecht via een digitaal kanaal toegang te geven tot de Rechtspraak. Als dit kanaal klaar is, kunnen zaken digitaal worden ingediend en berichten en stukken digitaal worden uitgewisseld.
De kwestie
Ofux, maker van vlogs en video’s, beschuldigt op YouTube en Instagram Lexxxus, influencer en rapper, ervan dat hij zijn fans oplicht. Lexxxus verkoopt bluetooth oortjes. Hij heeft genoeg van de beschuldigingen en eist dat Ofux ze rectificeert en van het internet haalt.
In zijn publicaties stelt Ofux misstanden aan de kaak. Het publiek moet worden gewaarschuwd voor een gangsterrapper als Lexxxus die zijn veelal jonge en daardoor makkelijk te beïnvloeden fans geld afhandig maakt. De feiten ondersteunen de kritiek die hij op de sociale media heeft gespuid. Lexxxus is een oplichter. Hij verkoopt weliswaar Fehepodz bluetooth oortjes, maar hij levert ze niet. Lexxxus zou een auto verloten onder zijn volgers, maar dat heeft hij nooit gedaan. En Lexxxus zou gedoneerd geld voor een iftar (de maaltijd die moslims tijdens de ramadan direct na zonsondergang tot zich nemen) in eigen zak hebben gestoken. Hij zou ook de kreet ‘Mehe-Fehe’ van Ofux hebben gestolen. De woning van Lexxxus ten slotte is recent beschoten omdat hij mensen zou hebben aangespoord om te ‘snitchen’ (verraden).
De berichten en video’s van Ofux berusten op onjuiste of verdraaide beweringen en hebben niets te maken met het aan de kaak stellen van misstanden. Ofux scheldt Lexxxus uit en beledigt hem stelselmatig. Lexxxus is zich in 2011 gaan distantiëren van zijn imago van gangsterrapper en profileert zich sindsdien als jongerenhelper en inspirator. Behoud van zijn goede naam en imago zijn belangrijk om zijn brood te kunnen verdienen, maar door de uitlatingen van Ofux is zijn handel in Fehepodz bluetooth oortjes teruggelopen en is ook het aantal volgers sterk teruggelopen. Omdat Ofux zijn goede naam en eer aantast, moeten de beledigende en onjuiste uitspraken worden verwijderd. Verder moet Ofux een rectificatie op het internet zetten. Omdat hij schade heeft geleden, zou Ofux ook een schadevergoeding moeten betalen.
In deze zaak botsen 2 fundamentele rechten: het recht op bescherming van de goede naam en het recht op vrijheid van meningsuiting. Het recht van Lexxxus op bescherming van zijn goede naam gaat hier boven het recht van Ofux op zijn vrijheid van meningsuiting. Er is geen enkele rechtvaardiging voor de vertekenende en schadelijke wijze waarop Ofux zich over Lexxxus heeft uitgelaten. Wat hij betitelt als misstanden zijn goeddeels eigen verzinsels, gebaseerd op verdraaide feiten. Ofux moet alle uitlatingen over Lexxxus verwijderen. Ook mag hij geen nieuwe negatieve uitlatingen over Lexxxus plaatsen en moet hij een rectificatie plaatsen op zijn YouTube en Instagrampagina. Als Ofux dat niet doet, moet hij aan Lexxxus een dwangsom betalen. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen, onder andere omdat het onvoldoende is onderbouwd.
Rechters in Europese lidstaten werken samen op het gebied van de tenuitvoerlegging van straffen, uitleveringsverzoeken en het vergaren van bewijs. Gedeelde Europese waarden zoals de scheiding der machten, zijn daarom van fundamenteel belang. De afgelopen jaren is de Rechtspraak in een aantal lidstaten onder druk komen te staan.
In 2019 bleef de Rechtspraak zich inzetten voor het beschermen van de fundamentele waarden van de democratische rechtsstaat en het versterken van de onafhankelijke Rechtspraak in de Europese Unie en daarmee ook in Nederland. Bijvoorbeeld door de samenwerking verder uit te breiden in landen waar de rechtspraak onder druk staat, maar ook door het coördineren van de inzet in Europese netwerken. In 2019 was Kees Sterk, lid van de Nederlandse Raad voor de rechtspraak (2013-2019), voorzitter van het bestuur van het European Network of Councils for the Judiciary (ENCJ). Rechters en juridisch medewerkers hebben het afgelopen jaar samengewerkt met collega’s in onder meer Bosnië en Herzegovina, Albanië, Oekraïne, Servië en Montenegro.
De kwestie
De rechtbank Den Haag vindt dat Nederland verantwoordelijk is voor oorlogsmisdaden die soldaten in Nederlands-Indië hebben gepleegd. De Staat vindt van niet. Het verzoek van kinderen van in 1947 op Zuid-Sulawesi geëxecuteerde mannen om een schadevergoeding is volgens de Staat verjaard. Het woord is aan het gerechtshof Den Haag.
De verzoeken om schadevergoeding die 5 kinderen van op Zuid-Sulawesi (destijds Zuid-Celebes) geëxecuteerde mannen hebben ingediend, zijn verjaard. De rechtbank Den Haag vindt dat een beroep op verjaring in strijd is met redelijkheid en billijkheid, maar dat is onjuist. Aan een beroep op verjaring kan alleen voorbij worden gegaan als de Staat een ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij van meet af aan wist wat in een specifiek geval is gebeurd. Dat staat in sommige gevallen ter discussie, omdat er na ruim 70 jaar geen bewijzen meer zijn. De kinderen zijn ook te laat met hun verzoeken. Ze waren lang in staat om een vordering tegen de Staat in te stellen, maar ze deden dat pas in 2012. Ook daarom zou het gerechtshof 3 vonnissen van rechtbank Den Haag moeten vernietigen en de vorderingen van de 5 kinderen moeten afwijzen.
De onrechtmatige gedragingen van het Nederlandse leger tijdens de zuiveringsacties op Zuid-Sulawesi in 1947 zijn van een ‘buitencategorie.’ Het zijn grove schendingen van de mensenrechten tegen de achtergrond van zuiveringsacties in een koloniale oorlog. Die verjaren niet. De Nederlandse Staat was verplicht te registeren wie wanneer gevangen werd genomen en wie wanneer en waar werd doodgeschoten. Een dergelijke registratie is destijds vrijwel achterwege gebleven. De 5 kinderen kwamen pas in 2012 in contact met de in 2007 opgerichte Stichting Komite Utang Kehormatan Belanda, waarna ze de Staat heel snel voor zijn misdragingen op Zuid-Sulawesi aansprakelijk stelden.
De Nederlandse Staat kan zich niet op verjaring beroepen. De buitengewone ernst en de grote mate van verwijtbaarheid van het gebruikte geweld staan verjaring in de weg. Er zijn inderdaad bewijsproblemen, maar die heeft de Staat vooral aan zichzelf te wijten. Het is voldoende aannemelijk dat de 5 kinderen gezien hun maatschappelijke positie lange tijd niet in staat waren de Nederlandse Staat aan te spreken. Deze zaak gaat nu terug naar de rechtbank, die zal moeten beslissen of de 5 inderdaad kinderen zijn van in 1947 geëxecuteerde mannen. Als dat zo is, dan kunnen zij aanspraak maken op een vergoeding van kosten van levensonderhoud. Ze hebben geen recht op smartengeld. In een andere, tegelijk uitgesproken, zaak is bewezen dat een Indonesische man in 1947 tijdens Nederlandse gevangenschap op Oost-Java is gemarteld. Ook tegenover hem kan de Staat zich niet op verjaring beroepen.
Rechters moeten veilig en onbeïnvloed kunnen rechtspreken. Helaas krijgt de Rechtspraak steeds vaker te maken met risico’s en dreigingen. Beveiliging is noodzakelijk maar mag niet ten koste gaan van kernwaarden als onafhankelijkheid, onpartijdigheid, openbaarheid, toegankelijkheid en transparantie.
Denk aan gewelddadig politiek activisme en terrorisme, maar ook verwarde agressieve personen. De georganiseerde misdaad kan proberen om berechting en bestraffing te voorkomen, of zien in de Rechtspraak – net als elke andere organisatie – een potentieel slachtoffer van bijvoorbeeld computercriminaliteit. De aard van de dreiging varieert van openlijk tot heimelijk, van vreedzaam tot zeer gewelddadig. Niet alleen gericht op de organisatie, maar ook op medewerkers en soms zelfs hun familieleden.
Terugkijkend op 2019 kan en mag niet voorbij worden gegaan aan de moord op de Amsterdamse advocaat en rechter-plaatsvervanger Derk Wiersum. Een verschrikkelijke gebeurtenis met op de eerste plaats onvoorstelbaar leed bij nabestaanden, vrienden en collega’s. Deze liquidatie is ook wel geduid als een aanslag op de rechtsstaat. Acuut moesten sterk vrijheid beperkende beveiligingsmaatregelen worden genomen. Een spanningsveld tussen veiligheid en openbaarheid werd zichtbaar, bijvoorbeeld omdat de persrichtlijn moest worden herzien.
Naar aanleiding van deze moord is in 2019 een coördinatiegroep veiligheid Rechtspraak ingesteld, die in verbinding staat met de Nationaal Coördinator Terrorisme bestrijding (NCTV) en samenwerkt met professionals buiten de Rechtspraak.
De kwestie
In Amsterdam-Osdorp staat Willem Holleeder terecht omdat hij tussen 2002 en 2006 6 aanslagen zou hebben uitgelokt. Bij die aanslagen werden 5 moorden, 1 doodslag en 1 poging tot moord gepleegd en werd aan 1 slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toegebracht.
Willem Holleeder heeft anderen uitgelokt om meerdere moordaanslagen te plegen door hen middelen en inlichtingen te geven en geld te beloven en te betalen. Deze beschuldiging is vooral gebaseerd op de verklaringen van getuigen over concrete gebeurtenissen die zij met hem hebben meegemaakt met of in relatie tot hem. Die verklaringen en gebeurtenissen staan in groter verband van criminele samenwerking. De verklaringen die zijn 2 zussen en ex-partner tegen hem hebben afgelegd over de familieverhoudingen zijn waarachtig en berusten op feiten. Hun verhalen zijn niet afgestemd. Ze worden ondersteund door verklaringen van andere getuigen. Aan Holleeders eigen verklaringen moet geen waarde worden gehecht. Hij heeft keer op keer laten zien dat hij zijn verklaringen aanpast naar gelang hem dat uitkomt. Willem Holleeder verdient levenslange gevangenisstraf.
Willem Holleeder is bij geen enkele moord betrokken geweest. Hij heeft om verschillende redenen wel contacten onderhouden met personen uit de zware georganiseerde criminaliteit, maar dat wil niet zeggen dat hij zich ook schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten met die personen. Hoewel het milieu te complex is om aan te kunnen wijzen wie verantwoordelijk is voor welke liquidaties, is wel duidelijk dat anderen dan Holleeder opdracht daarvoor hebben gegeven. De getuigen die belastend over hem verklaren, liegen. Eén zus van Willem Holleeder is advocaat en wist precies wat zij moest zeggen om haar doel – geld en eigenbelang – te bereiken. Zij heeft haar verklaringen met andere getuigen in elkaar gezet. Willem Holleeder zou op alle punten moeten worden vrijgesproken.
Willem Holleeder vormde met anderen een criminele organisatie. In dit milieu was hij opdrachtgever van koelbloedige liquidaties, die hij met informatie en financiering uitlokte en faciliteerde. Holleeder is daarbij lang buiten schot gebleven door afstand te scheppen tot de uitvoering van opdrachten, door het zaaien van angst en door het creëren van misinformatie en complotten. De verklaringen van de getuigen kunnen dienen als bewijs. Uit de geschiedenis van Holleeder blijkt een ontwikkeling van kwaad tot erger, van geldlust, machtsdenken en geweldplegingen. Zijn gewelddadigheid heeft ertoe geleid dat naaste familieleden pas de moed vonden om te verklaren toen ook zij geen andere uitweg meer zagen. Holleeder heeft gewetenloos en onverschillig over leven en dood van anderen beschikt. Er is een groot gevaar voor herhaling van gewelddadigheid en daarom is een levenslange gevangenisstraf op zijn plaats.
Bij het gerechtshof Amsterdam dient het hoger beroep.